CASTRICUM Castricum is een Noord-Hollands dorp dat in de Romeinse tijd en vanaf de vroege middeleeuwen continu bewoond was. Wat de plaatsnaam precies betekent? Daar zijn verschillende verhalen over. Castricum kan afkomstig zijn van het Latijnse ‘castor’, dat bever betekent. Een andere veelgenoemde bewering is dat de naam afkomstig is van de Latijnse woorden ‘castri locus’, wat legerplaats zou betekenen. Verder zou de naam weleens afgeleid kunnen zijn van de persoonsnaam Karst(en). Zijn de achternamen van de inwoners van Castricum eenvoudiger te verklaren? Places.nl onderzocht het!

Noord-Hollandse invloeden?
De achternaam (de) Groot staat landelijk gezien op de twaalfde plaats, maar in Castricum is het de meest voorkomende achternaam. Beentjes (plek 2) is daarentegen een typisch Noord-Hollandse achternaam. Het is de regionale variant van de Duitse naam Beenken, een patroniem op basis van de voornaam Bernhard. Brakenhoff (plek 3) komt ook nergens in het land zo vaak voor als in Noord-Holland. Het is een adresnaam, verwijzend naar verschillende boerderijen in de regio.

Beroepsnamen
Net buiten de top drie valt de achternaam (de) Graaf. Dit is een beroepsnaam, dat wil zeggen dat de achternaam verwijst naar een beroep. In dit geval het beroep van graaf, voorzitter van de schepenbank. Dat was de voorloper van het college van burgemeester en wethouders in Nederland. Bakker (plek 7) is ook zo’n beroepsnaam. Naast bakker van brood en andere deegwaren werd deze naam waarschijnlijk ook toegekend aan bakkers van andere zaken dan brood. Denk hierbij aan een steenbakker. Smit (plek 11), Dekker (plek 12), Brouwer (plek 13), Boer (plek 17) en Admiraal (plek 20).